Het probleem van Google – en van de gemiddelde internetter – is er de laatste jaren alleen maar groter op geworden. Er is zo ontzettend veel content online. Hoe bepaal je in godsnaam wat de moeite waard is, en dus bovenaan in de zoekresultaten moet komen? Wel, hier komen de EEAT-signalen om de hoek kijken.
Leestijd: ca. 9 minuten
EEAT-signalen?
EEAT staat voor Expertise, Experience, Authoritativeness and Trustworthiness. Expertise, ervaring, autoriteit en betrouwbaarheid in het Nederlands. Drie termen die nauw met elkaar verweven zijn en terug te brengen naar online geloofwaardigheid. Wat de signalen zijn en hoe Google ermee omgaat om je site te evalueren kan iedereen zien in de Google Quality Rater Guidelines. Zowat 180 pagina’s aan tips en richtlijnen beschikbaar voor iedere webmaster.
Waarom EEAT-signalen je blog maken of kraken
Dat allemaal om ervoor te zorgen dat inderdaad de beste, meest helpende content boven komt drijven nadat iemand een zoekopdracht geeft. Geconfronteerd met een willekeurige webpagina moeten zoekmachines – en hun gebruikers, natuurlijk – uitzoeken:
- waarover de pagina eigenlijk echt gaat
- wie die webpagina gemaakt heeft (een hobbyist, een ervaringsdeskundige, een expert)
- of de getoonde informatie op de webpagina een beetje steek houdt
- of de content in kwestie écht helpend is voor gebruikers (en welk deelsegment van gebruikers dan)
Vandaag de dag is dat geen eenvoudige opdracht. Immers, iedereen kan tegenwoordig in no time een website op poten zetten. En met behulp van AI-tools kan de website snel van min of meer overtuigende content worden voorzien. In theorie hoef je als content creator niet echt te kunnen schrijven. Het volstaat om je creatief idee in een opdracht-prompt te gieten.
Wil je de SEO van je blog verzorgen, dan volstaat het niet noodzakelijk meer om aandacht te hebben voor de puur inhoudelijk-technische kant van zoekmachineoptimalisatie. Je site zal ook voldoende expertise, autoriteit en betrouwbaarheid moeten uitstralen.
EEAT en (het gebruik van) AI-tools
EEAT en AI-tools zoals ChatGPT leven misschien niet op voet van oorlog met elkaar, maar hun verhouding is toch nogal complex. Om kort te gaan: AI-tools gebruiken om artikels te schrijven is niet per se slecht voor de EEAT-signalen van je blog. Google verbiedt het gebruik van door AI gegenereerd materiaal bijvoorbeeld niet. Dat zou nogal vreemd zijn want Google kan zeker ook beschouwd worden als één van de uitvinders van artificiële intelligentie.
Voorwaarde is wel dat je AI gebruikt om authentieke, unieke content te maken die mensen van vlees en bloed helpt.
Help je mensen door massaal en zonder vorm van controle artikels op je site te dumpen die uit een dolgedraaide AI-tool komen gerold? Misschien, heel misschien, maar waarschijnlijk toch niet echt. AI-tools doen namelijk niet veel meer herkauwen en reproduceren wat nu al op het internet te vinden is. In het beste geval klopt de feitelijke info min of meer. Maar een blog of een artikel is natuurlijk méér dan wat netjes opgesomde feitelijkheden. Voor meningen, visies, expertises, persoonlijke ervaringen en advies zal toch een andere oplossing moeten bedenken.
EEAT en YMYL
Er zijn niches/domeinen/vakgebieden waar een goede EEAT-score nog belangrijker is dan elders. EEAT wordt hier vaak in één adem genoemd met YMYL(-content). Waarbij YMYL staat voor Your Money (or) Your Life. Nee, dit is géén overval. Het gaat hier om content die mensen potentieel in gevaar kan brengen (als ze op basis van de info uit een artikel een verkeerd handelen of verkeerde beslissingen nemen). Voorbeelden van YMYL-content:
- medisch(e) advies/informatie
- juridische info
- financieel advies
- …
Verkoop je prietpraat op je blog over – noem eens wat – wandelende takken dan zijn de gevolgen voor volgers die besluiten je raad op te volgen waarschijnlijk niet zo groot of schadelijk. Maar stel dat je gezondheidsadvies geeft en het pakt verkeerd uit, kan het zelfs iemands leven kosten…
In die domeinen wil Google geen risico lopen en zal het dus extra streng de EEAT-signalen in de gaten houden.
Het is anderzijds ook weer niet zo dat – wanneer je niet blogt over YMYL-onderwerpen – je je niks meer moet aantrekken van EEAT! Google zal overal naar tekenen van expertise, autoriteit en vertrouwen zoeken. Ook als je een site hebt over ufo’s, kantklossen, zelfgebreide babymutsjes, vingerhoedjes of miniatuurtreintjes.
Hoe kan je de EEAT van je blog opkrikken?
Goed, je blog moet – op termijn – een behoorlijke EEAT-score genereren. Maar hoe maak je daar concreet werk van als (beginnende) blogger?
Om effectief te zijn moet EEAT voldoende doorsijpelen:
a) Positieve EEAT-signalen voor je content
1. Blog vaak over dezelfde onderwerpen
Niet voor het eerst komen de voordelen van een nicheblog hier bovendrijven. Heel logisch, eigenlijk. Door de jaren heen bouw je een blog op met een heel archief aan info op. Allemaal omtrent dat ene onderwerp van jouw keuze. Als we er even van uit gaan dat hetgeen je vertelt inderdaad waardevol en nuttig is, is het normaal dat jouw blog het wint van het piepjonge blog dat net om de hoek komt kijken.
2. Plaats links naar betrouwbare bronnen
Dit is een heel makkelijke manier om expertise en autoriteit op je blog binnen te brengen. Zelfs als volslagen beginner. Doe je ergens een bewering? Citeer je een cijfer? Link in je artikel indien mogelijk naar de bron van je info. Je maakt Google – en je lezer – meteen duidelijk dat je niet om het even wat uit je duim komt te zuigen; dat je zinnens bent je lezers te voorzien van de best mogelijke info.
3. Plaats interne linkjes
Links naar blogs en pagina’s binnen je eigen site zorgen er niet alleen voor dat bezoekers langer op je blog blijven. Ze zorgen er ook voor dat Google makkelijker verbanden kan zijn tussen verschillende artikels op je site. Zoekmachines krijgen makkelijker een soort helikopter view van je site. Dat is goed voor je EEAT-factor.
4. Maak je artikels informatief (genoeg)
Oké, daar gaan we weer! Hoeveel woorden moet een artikel tellen om echt waardevol te zijn? Moeilijk te zeggen. De meeste artikels die je in de top 10 van Google vindt zijn inderdaad wat langer van stuk (richting 2.000 woorden). Maar dat zegt natuurlijk niet alles.
De hamvraag is: “Wat heb je nodig opdat de bezoeker die op jouw blog terecht komt een antwoord kan krijgen op zijn vraag?”
Dat kán een uiteenzetting zijn van 4.150 woorden, maar net zo goed volstaat een uitleg van 316 woorden vergezeld met een foto en/of een overzichtelijk tabelletje met wat cijfermateriaal, of een lijst met linkjes, of een Youtube-video.
5. Zorg voor een gebruiksvriendelijk blog
Tuurlijk moet de informatie op je blog steekhouden en helpend zijn. Denk daarnaast ook aan de presentatie van het geheel:
- aangenaam leesbare teksten qua opmaak en indeling
- maak je artikels niet te lang, kom snel ter zake (houd rekening met datgene waarvoor je bezoeker je artikel heeft aangetikt)
- zorg voor een snel ladende website
- zorg dat je blog er ook mooi uitziet en prettig werkt op mobiele toestellen
- zoek naar manieren om je blog makkelijk doorzoekbaar te maken
5. Probeer schrijffouten te vermijden
EEAT heeft veel te maken met geloofwaardigheid. En bij geschreven content val je onmiddellijk door de mand wanneer in de eerste drie zinnen van je betoog een stuk of wat dt-kemels staan te blinken. Ik zeg niet dat een grammaticale blunder je meteen je hele reputatie kost, maar let er een beetje op. Zeker als je AI-tools gebruikt om te bloggen.
Eén en ander wil overigens ook niet zeggen dat je moet gaan schrijven alsof je in the running bent voor een literaire prijs of als een volbloed academicus. Nee, je eigen tone of voice geeft je blog een natuurlijk sausje. Het maakt je blog sympathiek en toegankelijk.
b) Jouw EEAT-factor als een auteur
Natuurlijk kan je je stinkende best doen om jezelf als dé expert in jouw vakgebied neer te zetten, content maken tot die er langs je oren uitkomt. Je hebt er echter helemaal niets aan zolang anderen dat niet (net zo) zien. Backlinks naar jouw blog (afkomstig van andere sites met een goeie EEAT-factor) zijn dus erg waardevol.
En tot die tijd zal je je toch op één of andere manier in de kijker moeten spelen. Liefst nog bij mensen die wat aan je kennis zouden kunnen hebben. En op een positieve manier! Dus:
1. Maak een fatsoenlijke About-pagina
Sommige bloggers weten niet zo goed wat ze moeten beginnen met die About-page. Maar op de keper beschouwd is dat wel de plaats waar je in geuren en kleuren kan uitleggen wie je bent, waar je goed in bent en waarom je doet wat je doet. Die About-sectie is overigens niet compleet zonder enkele links naar eventuele andere online projecten waar je aan meewerkte.
2. Overweeg iets met gastbloggen
Je moet er niet aan twijfelen dat je de EEAT-score van je blog sneller en makkelijker kan optrekken als je je niet uitsluitend concentreert op je eigen blogje. Je moet naar buiten treden met je content. Zichtbaar worden op andere kanalen. Zo kan je gastartikels schrijven (op andere websites). Je mag in dat geval meestal een link naar jouw eigen blog achterlaten. Welke link kies je dan? In ieder geval niet een linkje naar je homepage. In het kader van EEAT is het slim om te linken naar de About-page. Zo raakt die pagina verspreid over het internet en werk je zoetjesaan aan je “auteursprofiel” in de ogen van Google.
3. Denk aan een Youtube-kanaal
Een niet onaanzienlijk deel van mijn lezers loopt niet echt warm voor Youtube. Laat staan dat ze zouden overwegen om zelf een Youtube-kanaal te starten. Nochtans, een stek op Youtube met daarnaast je blog, het heeft zo zijn voordelen. Je bereikt meer mensen en je merk krijgt een tweede stem, een tweede gezicht… Het zelfde kan trouwens gezegd worden over een podcast of het starten van een eigen Facebook-groep.
Allemaal manieren om:
- je boodschap makkelijker te verspreiden in tijden waarin er minder belangstelling is voor blogs (uitgeschreven content)
- Google meer gelegenheden te geven om je content te ontdekken (ook buiten je blog om)
4. Laat je opmerken op social media
Als het om het rechtstreekse verkeer naar het blog gaat is bij social media het vet misschien een beetje van de soep. Dat wil echter niet zeggen dat bloggers er niks meer te zoeken hebben. In tegendeel! Het is en blijft het medium om:
- te ontdekken wat er leeft bij je volgers en je doelgroep
- contacten te leggen met je doelgroep en met collega-bloggers
- je volgers snel bij te staan met raad en daad
- nieuwe mensen kennis te laten maken met jouw werk
- …
Nogmaals, veel blogverkeer levert dat allemaal niet op. De naamsbekendheid van je blog vaart er echter wel bij. En vroeg of laat levert dat waardevolle backlinks én bezoekers naar je blog op. Bovendien – en hoe het precies gebeurt is niet helemaal duidelijk – Google houdt ook de socials in de gaten. Zo van: ow, die blogger zet niet zomaar stukken online, hij of zij heeft ook nog een volgersgroep achter zich…
Meer algemeen gesproken is het handig als je naam en je blog op verschillende plekken op het internet telkens opnieuw opduikt. Liefst in de buurt van content waar jij inderdaad wat zinnigs kan over vertellen.
c) Geloofwaardigheid op je website
Tot slot moet ook je website zelf aan de EEAT-standaarden voldoen. Opgelet: de (minimum)-EEAT-standaarden verschillen erg van het soort website dat je hebt. Zo zullen er voor hobbyblogs duidelijk andere eisen worden gesteld dan voor webwinkels of bankinstellingen. Niet alleen als het om YMYL-content gaat.
Stel: je bezoekt voor het eerst een blog of website. Wat doet je – heel onbewust misschien – beslissen of het de moeite loont om er nog wat te blijven rondhangen, dan wel onmiddellijk weg te klikken? Voor een doorsnee blog lijkt me dit het strikte minimum:
1. Heb je een blog op een eigen domein?
Natuurlijk kan je ook op een gratis blog een deuk in een pak boter bloggen. Voor de mensen die je niet direct kunnen plaatsen (en dat zijn er nogal wat op het internet) heb je de schijn tegen. Zo’n gratis blog ademt nu eenmaal goedbedoeld en tijdelijk amateurisme uit.
2. Is je website beveiligd met een SSL-cerificaat?
Zelfs als je op je blog geen financiële transacties organiseert moet je domein een SSL-certificaat hebben.
3. Is de eigenaar van de site bekend en benaderbaar?
De meeste bezoekers vinden het prettig om te weten wie hun favoriete content verzorgt. Zeker op een kleine website of blog. Je hele hebben en houden op straat gooien hoeft niet, maar een (auteurs)naam, een gezicht, een mailadres, tekenen van recente menselijke activiteit op een blog,… Schept het geen band, dan toch een minimum aan vertrouwen.
Meer van dat?
Conclusie?
Tot zover enkele tips voor een betere EEAT-score van je site. Het komt er op neer dat Google – maar ook je bezoeker – duidelijker wil weten wie of wat er achter je blog schuilgaat. Nadien moet je dan nog tonen wat je in je mars hebt…
Oorspronkelijke versie van dit artikel: december 2019
Geef een reactie